De Pinguïn van de Week: Vreetschuur Pieter

In mijn jeugd spaarde ik, behoorlijk fanatiek, pinguïns. Dat heeft me geen windeieren gelegd: op mijn 9e vergaarde ik internationale bekendheid door praktisch accentloos een selectie van 400 knuffels, beeldjes en prullaria aan te prijzen op de Nederlandsche televisie. Om die oude ondernemersgeest nieuw leven in te blazen, presenteer ik elke week een van mijn oude verzamelstukken in de rubriek ‘De Pinguïn van de Week’.

Aflevering 3:  Vreetschuur Pieter

Veruit de grootste pinguïn uit mijn verzameling is Vreetschuur Pieter. ‘Pieter’ is de naam die de winkel voor hem had uitgekozen; ‘Vreetschuur’ is het – niet meer dan terechte – voorvoegsel dat ik er zelf bij aan heb geplakt. Vreetschuur Pieter is een van de meest opmerkelijke pronkstukken uit mijn verzameling, en ik zal in de nu komende tekst uit de doeken doen hoe die vork precies in elkaar steekt. Overigens zal ik hierbij de taalkundige cliché’s zeker niet schuwen, dus mocht u zoiets hebben van ‘daar voel ik mij niet goed bij’ of ‘dit ligt buiten mijn comfortzone’ dan is het wellicht beter als onze onze schrijver/lezer-band per ommegaande de wacht wordt aangezegd.

Vet zware botten
Hiernaast ziet u een zwaar verkleinde foto van Vreetschuur Pieter. Om hem in zijn geheel op de foto te krijgen is gebruikt gemaakt van een Hubble-telescoop met negentig triljoen megapixels. Dat heeft te maken met de – niet misselijke – omvang van het dier: in de lengte meet hij 1.20 meter, en in de breedte ook. Feitelijk hebben we hier dus te maken met een groot vierkant met een enorme snavel. Daarbij kent dit vierkant ook een duizelingwekkende dichtheid, aangezien het gewicht van Vreetschuur Pieter niet in kilo’s, maar op schaal van Richter wordt uitgedrukt. Vreetschuur Pieter heeft een poosje een eigen soort zonnestelsel gehad vanwege rondvliegend puin dat, onder invloed van gravitatiekrachten, een baan om zijn lijf begon te volgen, maar dat is later verwijderd door de schoonmaakster die er wel nog verdomd hard aan heeft moeten trekken.

Tragiek

Zoals de oplettende lezer wellicht aan de hand van enige subtiliteiten op heeft gemerkt, is Vreetschuur Pieter aan de forse kant. Dit is uiteraard niet altijd het geval geweest. Natuurlijk niet. Hoe zou dat ei eruit gezien moeten hebben? Precies. Nee, Vreetschuur Pieter was als kuiken behoorlijk schriel, en als adolescent zat hij tegen het lenige aan, met een BMI van rond de 20. Ik heb nog een oude plaat van hem in die periode, waarin hij nog ‘gewoon’ in een vitrinekast paste (zie het illustrerende plaatje links, grapje, rechts).

Ondertussen is er veel gebeurd in het leven van Vreetschuur Pieter. Hij is nu, als ik de jaarringen goed heb geteld, 42 jaar oud. Zijn leven is getekend door twee echtscheidingen, een groot aantal buitenechtelijke eieren, alcoholmisbruik, veel vreetbuiten, werkloosheid, en z’n favoriete voetbalclub rommelt maar wat aan in de Jupiler League. Tsja, dat houdt geen mens vol, zeker niet op een dieet van vloeibaar frituurvet, Grolsch Kanon, stronken ontbijtkoek en marshmallows. En dan heb ik het alleen nog maar over het ontbijt.

Vreetschuur Pieter heeft dus een tragisch leven achter de rug, en daarom knijp ik wel eens een oogje toe als hij weer eens kokhalzend een fust Remia achterover werkt terwijl hij huilend schreeuwt ‘KIJK NIET NAAR ME!’. Wie ben ik om te proberen hem te veranderen? Goede vrienden doen dat misschien wel voor elkaar, maar zo close zijn we nu ook weer niet. Ze zeggen wel eens dat dikke mensen gezellig zijn, maar als je een half uur naast Vreetschuur Pieter hebt doorgebracht, zal je die stelling rap moeten nuanceren. Volgens mij weet hij niet eens hoe ik heet, en bovendien kijkt hij me altijd aan met een blik alsof hij me het liefst ter plekke op zou eten. Ik ben teveel feminist om me als een lap vlees te laten behandelen. Maarja, zo heel lang heeft hij waarschijnlijk ook niet meer te leven, gezien de dichtslibbing van al zijn belangrijke bloedvaten, dus laat ik hem lekker z’n gang gaan tot het moment dat het zover is.

Stoffelijk over-overschot
Daarna is de vraag natuurlijk wat we met zijn overschot gaan doen, hoe luguber het ook is om daar nu al over na te moeten denken. Kijk, dat hij in een kist past lijkt me bij voorbaat uitgesloten, tenzij we er met z’n allen mee akkoord gaan dat we het resterende oerwoud van Brazilië kappen om te voorzien in voldoende hout. Voor een crematie zou ik m’n hand ook niet in het vuur willen steken, en afstaan aan de wetenschap lijkt me ook niet wat. Ik wil de wetenschap niet opzadelen met zo’n groot vraagstuk. In zee gooien zou de zeespiegel dermate doen stijgen dat Eindhoven eindelijk een strand krijgt, en afschieten in een raket de ruimte in lijkt me met de huidige natuurwetten volstrekt onhaalbare kaart.

Iets positiefs
Is er, tot slot, nog iets positiefs te melden omtrent Vreetschuur Pieter? Jawel: zijn rhesus-factor.

Eindoordeel

Vreetschuur Pieter: je kan niet om hem heen. Hoewel het zweet en de tragiek van hem afspat, heb ik toch een zwak voor hem, omdat hij me vooral leert hoe het niét moet in het leven.

 

 

 

Your email address will not be published. Required fields are marked *